Molenstichting Weerterland beheert vier gemeentelijke windmolens in Weert. Dat zijn de Sint Annamolens van Keent en Tungelroy en molen De Nijverheid en de Sint Jansmolen in Stramproy. Door het (laten) opleiden van vrijwillige molenaars zorgt de molenstichting er ook voor dat deze molens regelmatig draaien en malen. Bovendien zet de Molenstichting Weerterland zich in voor de promotion van alle Weerter molens. Hier leest u molennieuws en kunt u naar foto's van onze activiteiten kijken.
dinsdag 4 oktober 2011
Een toekomst voor molens
Een toekomst voor molens
Persbericht | 4 okt 2011 - 16:40
Rijksdienst maakt nieuwe uitgangspunten voor omgaan met molens bekend
In de afgelopen vijftig jaar is met vereende kracht gewerkt aan het behoud en weer draaiend krijgen van molens. Ruim duizend molens zijn op die manier gered en gerestaureerd. Nederland is en blijft een echt molenland. Toch was het nodig het huidige beleid op enkele punten aan te passen, door bijvoorbeeld minder nadruk te leggen op werkende molens en meer op het behoud van hun monumentale en cultuurhistorische waarde: het verhaal dat ze vertellen over de technische ontwikkeling, hun specifieke plek in het landschap en hun maatschappelijke functie.
Op woensdag 5 oktober presenteert de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed haar visie op de omgang met monumentale molens in `Een toekomst voor molens'.
In werking!
Molens zijn iconen van Nederland en het Nederlandse landschap. Denk aan de twaalf industriemolens in de nijvere Zaanstreek en de markante poldermolens in Kinderdijk, symbool van de wijze waarop Nederland met waterbeheersing omgaat. Ook individuele molens zijn silhouetten in elk dorp, veelal draaiend gehouden door een vrijwillige molenaar.
Door de industrialisering waren er in de jaren 60 nog maar 300 werkende molens over en dreigde het ambacht van molenaar en molenbouwer verloren te gaan. Individuele pleitbezorgers, molenorganisaties, eigenaren en overheden zetten zich daarop met succes in voor het behoud en liefst weer draaiend en maalvaardig krijgen van molens.
Maar dat had ook een keerzijde: molens hebben techniek en ruimte nodig. Ze werden daarom regelmatig gereconstrueerd of ingrijpend gerestaureerd en soms verplaatst of verhoogd. De molens konden weer werken, maar vaak ten koste van wat wij nu als belangrijke waarden zien: hun locatie in het landschap, hun bouwhistorie en veranderende maatschappelijke functie.
Beleid herzien
De Rijksdienst heeft daarom in samenspraak met molenaars, eigenaren en molenorganisaties het molenbeleid herzien. Belangrijke uitgangspunten zijn de monumentale waarde van molens, hun plaats in het landschap en hun functie in de maatschappij.
Door de stedelijke ontwikkeling worden er nog steeds molens verplaatst. Een belangrijke monumentale waarde is nu juist de binding tussen een molen en zijn plek en omgeving. Daarom zet de Rijksdienst liever in op behoud van de molen op de huidige, vaak historische plek, dan op verplaatsing. Ook verhoging van een bestaande molen, bedoeld om de windvoorziening te verbeteren waar de toekomstige bebouwing deze zal gaan belemmeren, schaadt in veel gevallen de monumentale waarde. De Rijksdienst is daarom terughoudend bij initiatieven tot verhoging.
In het verleden zijn er veel molens gereconstrueerd of `teruggerestaureerd' naar de ´oorspronkelijke´ toestand. Hoe fraai ook, een dergelijke reconstructie ontkent de ontwikkeling van de oorspronkelijke molen in een ander, maar inmiddels ook historisch gegeven, zoals een gemaal, een maalderij, een dierenwinkel, een woning. Een te ingrijpend gerestaureerde molen werkt misschien beter, maar vertelt minder. En dat laatste wordt tegenwoordig juist in monumenten gewaardeerd.
Goede voorbeelden
De gerestaureerde `Kepèlse Meule' in Roermond illustreert prachtig de levensloop van de molen. Hij is in de loop der tijd geëvolueerd van ronde stenen grondzeiler naar elektrische maalderij. Er is bewust voor gekozen de onttakelde molen in de huidige vorm te restaureren en te exploiteren. Zo zijn industriële relicten als de elektrisch aangedreven maalstoel en hamermolen niet weggehaald. Juist omdat deze in veel molens verloren zijn gegaan, vormen ze industrieel-archeologisch erfgoed met zeldzaamheidswaarde.
Ook de pelmolen Het Prinsenhof in Westzaan van omstreeks 1722 is een goed voorbeeld van het maalvaardig maken met respect voor monumentale waarden. Deze achtkante bovenkruier is in 2008 zeer terughoudend gerestaureerd om zo veel mogelijk oorspronkelijke onderdelen te behouden. De molen pelt regelmatig voor demonstratiedoeleinden.
Meer succesvolle voorbeelden van molenbehoud worden uitvoerig besproken in `Een toekomst voor molens'. Daarmee bevat de publicatie behalve richtlijnen ook veel praktische handvatten voor eigenaren, beleidsmakers, molenaars en molenbouwers.
Bij dezelfde gelegenheid op 5 oktober, presenteert de Vereniging De Hollandsche Molen de website Allemolens.nl, waarin een schat aan informatie over bestaande en verdwenen molens is samengebracht vanuit molenorganisaties en de Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed.