Het Verhaal rond de Molen kan op verschillende manieren verteld worden. Allereerst zijn er natuurlijk de vrijwillige molenaars die hun verhaal over de molen op beide dagen uitgebreid vertellen. Dat is het verhaal over de molen zelf, over de geschiedenis van de molen en de techniek van de molen. Het verhaal over het draaien en malen van graan, over weer en wind en over de molenaars zelf. Dit verhaal, soms spannend, vaak humorvol, een enkele keer ook aangrijpend en ontroerend en altijd interessant en waard om te beluisteren, wordt op ieder van de 4 molens vertelt.
Daarnaast zullen de Weerterland molens ook op een wat andere manier ieder hun verhaal vertellen. Bij de Sint Annamolen aan de Keenterstraat staat tijdens de Nationale Molendagen het verhaal over de naam van deze molen centraal. Aan de vooravond van de molendagen, op vrijdag 11 mei om 19.30 uur, wordt immers het eerste gedicht voor een molen gepresenteerd. Dit gedicht, een sonnet, is geschreven door de in Weert wonende auteur Paul Sterk. Het gedicht ‘Anna in de Wind’ vertelt hoe de molen aan zijn naam kwam en staat tijdens de Nationale Molendagen centraal op de Sint Annamolen. Daarnaast schreven leerlingen van de groepen 7 en 8 van basisschool Het Dal (Markeent) zelf ook gedichten over de molen. Ook die gedichten zijn tijdens de twee molendagen in de molen te lezen.
Op zaterdagmiddag zingt de Weerter Gemengde Zangvereniging Con Amore om 14.00 uur ook nog bij de molen onder het motto: “Koren op de Molen.”
Bij de Sint Annamolen in Tungelroy staan spreekwoorden en zegswijzen over de molens, de molenaars en het malen centraal . Heel veel spreekwoorden en gezegden vinden hun oorsprong bij molens, molenaars of bij het malen op de molen. Bij sommige gezegden is dit verband overduidelijk maar bij andere zegswijzen ligt het niet zo voor de hand dat de oorsprong bij de molens, molenaars of het malen gezocht moet worden. Wat: “Wie het eerst komt, het eerst maalt” betekent en wat het verband met de molens is, zal iedereen duidelijk wezen. Maar bij: “Zolang de ezel zakken draagt, wordt hij geliefd” is dat al heel wat minder voor de hand liggend. Op de Sint Annamolen in Tungelroy zullen bezoekers tijdens de Nationale Molendagen veel van deze spreekwoorden tegenkomen.
Ook de molen zelf vertelt een verhaal. Molen De Nijverheid in Stramproy vertelt het verhaal van de wieken. Want vroeger maakte de molenaar, door de wieken in een bepaalde stand te zetten, voor zijn klanten al van verre duidelijk of de molenaar werkte en draaide of dat de molen vanwege een feest of andere gebeurtenis stil stond. Ook kon de molenaar door de wiekenstand aan iedereen laten zien of er iets feestelijk te vieren was of dat er mogelijk iemand in de familie van de molenaar was overleden. Deze wiekenstanden worden tijdens de Nationale Molendagen uitgelegd op De Nijverheid aan de Veldstraat in Stramproy.
Bovendien kan men er ook de kleurplaten bewonderen van de kinderen van de eerste groepen van jenaplan-basisschool De Duizendpoot in Stramproy. De prijswinnaars van deze kleurwedstrijd worden op zaterdagmiddag om11 uur bij molen De Nijverheid bekend gemaakt.
De molenaars van de Sint Jansmolen vertellen tenslotte over de geschiedenis van deze eeuwenoude molen, de oudste molen in de gemeente Weert en een van de oudste Limburgse molens. Wie in deze molen komt luisteren naar het Verhaal rond de Molen krijgt te horen hoe een standerdmolen vroeger wordt gebouwd en bediend.
Naast de vier door de Molenstichting Weerterland beheerde molens zijn ook de molens van Laar en Swartbroek en in de gemeente Nederweert en Leudal één of beide dagen geopend. Wilt u weten wanneer welke molens geopend zijn dan kunt u kijken op www.molendagen.nl